Hypermobiliteit

Hypermobiliteit is een aandoening waarbij gewrichtsbanden en pezen te soepel zijn, waardoor de gewrichten niet genoeg steun krijgen en te beweeglijk zijn.

Meestal zijn vingers, knieën en de wervelkolom de meest aangedane gebieden. Hypermobiliteit komt vaak voor bij jonge mensen, vrouwen en mensen van Aziatische afkomst.

Klachten en Symptomen

Hypermobiliteit hoeft niet altijd klachten te veroorzaken, maar kan wel pijn veroorzaken in spieren en gewrichten. Als dit het geval is, wordt het aangeduid als het Hypermobiliteitsyndroom (HMS).

Wie is er gevoelig voor hypermobiliteit?

Hypermobiliteit komt veel voor en is vooral frequent bij jonge mensen, vrouwen en mensen van Aziatische afkomst.

Oorzaak van hypermobiliteit

De precieze oorzaak van hypermobiliteit is onbekend, maar het kan erfelijk zijn. Als iemand zeer hypermobiel is, kan de arts onderzoeken of er een andere onderliggende aandoening aanwezig is. Ernstige hypermobiliteit komt echter zelden voor.

Klachten door hypermobiliteit

Over het algemeen veroorzaken te soepele gewrichten geen groot probleem. Als klachten aanwezig zijn, gaat het meestal om pijn of overbelasting van spieren en pezen. Deze klachten kunnen kortdurend of blijvend zijn en beginnen meestal met vage klachten.

Verhoogd risico op blessures

Hypermobiele personen hebben een verhoogd risico op verstuikte gewrichten tijdens sporten en eerder schouder- of knieschijfproblemen. Ook kunnen klachten eerder optreden bij herhaalde activiteiten.

Diagnose van hypermobiliteit

De diagnose wordt gesteld door de arts op basis van klachten en lichamelijk onderzoek. Indien nodig, kunnen bloedonderzoeken of röntgenfoto’s worden gemaakt. Deze onderzoeken tonen bij hypermobiliteit echter geen afwijkingen.

Andere oorzaak van hypermobiliteitsklachten

Er zijn andere aandoeningen die hypermobiliteitsklachten kunnen veroorzaken, waaronder het Ehlers Danlos syndroom. Als je huisarts vermoedt dat je klachten worden veroorzaakt door deze erfelijke aandoening, dan krijg je een verwijzing naar een klinisch geneticus die gespecialiseerd is in het vaststellen en behandelen van erfelijke aandoeningen.

Test om te bepalen of je hypermobiel bent

Om te bepalen of je hypermobiel bent, bekijk de volgende vragen en plaatjes:

  • Kun je je pinken 90° of verder overstrekken?
  • Kun je je duimen tegen je onderarm leggen?
  • Kun je je ellebogen met 10° overstrekken?
  • Kun je je knieën met ongeveer 10° overstrekken?
  • Kun je als je voorover buigt je handen plat op de grond leggen zonder je knieën te buigen?

Als het antwoord op de meeste vragen “ja” is, dan ben je waarschijnlijk hypermobiel.

Hoe is het verloop van hypermobiliteit?

Er is weinig bekend over hoe het verloop van hypermobiliteit is, maar het is wel duidelijk dat hypermobiliteit een grotere kans op overbelasting van gewrichten met zich meebrengt en het risico op artrose verhoogt.

Welke behandelingen zijn er voor hypermobiliteit?

Er zijn geen specifieke medicijnen om hypermobiliteit te behandelen, maar pijnstillers zoals paracetamol en ontstekingsremmende pijnstillers kunnen pijnklachten verminderen.

Er zijn verschillende behandelopties beschikbaar, afhankelijk van de ernst van de klachten.

  • Fysiotherapie: Een fysiotherapeut helpt om jouw klachten in kaart te brengen en analyseert wat hiervoor de beste oplossing is. Aan de hand hiervan helpt de fysiotherapeut je om te kijken welke oefeningen voor jou geschikt zijn en hoe vaak je die het beste kunt doen.
    Oefentherapie helpt je om een gezonde houding aan te leren en beter en soepeler te bewegen en je dagelijkse bezigheden te kunnen blijven doen. Je krijgt van een oefentherapeut advies en oefeningen mee die je thuis kan doen.
    Daarnaast geeft de fysiotherapeut advies over je houding, welke manieren van bewegen voor jou geschikt zijn en hoe je bijvoorbeeld geleidelijk aan meer kunt gaan bewegen.
  • Ergotherapie: Als je ernstige klachten hebt, kan een ergotherapeut je helpen. Bijvoorbeeld bij het aanmeten van braces. Dit zijn ondersteunende hulpmiddelen zoals een polsspalk, een SI-band of een halskraag.
  • Registerpodologie: Het is belangrijk dat je je voeten goed kan blijven gebruiken bij staan en lopen. Bij hypermobiliteit ontstaan soms voetproblemen en een registerpodoloog kan je dan helpen. Hij/zij bespreekt je voetklachten met je, onderzoekt je voeten en je loopfunctie en maakt een behandelplan. Het doel is je voetklachten te verminderen waardoor je beter gaat staan en lopen. Aan de hand van het behandelplan heeft een registerpodoloog verschillende mogelijkheden. Ze kan:
    • advies geven over je dagelijkse voetverzorging en schoenkeuzes
    • pijnlijke drukplekken behandelen met speciale zolen
    • aanpassingen in je schoenen of zolen maken om je voeten beter te ondersteunen
    • scheefstaande tenen corrigeren met hulpstukjes (teenorthesen)

    Een registerpodoloog werkt als het nodig is samen met een orthopedisch schoenmaker om aanpassingen in of aan je orthopedische schoenen te maken. Ook werkt ze samen met een pedicure voor het optimaliseren van je voetverzorging.

Er bestaan ook alternatieve behandelingen, maar het is altijd belangrijk om eerst met een arts te overleggen voordat je hiermee begint.

Voor meer informatie over hypermobiliteit, lees verder op reumanederland.nl

Wat kan een registerpodoloog doen bij hypermobiliteit?

Een registerpodoloog kan bij hypermobiliteit verschillende behandelingsopties aanbieden die gericht zijn op het verminderen van pijn, instabiliteit en vermoeidheid in de voeten. Hieronder staan enkele mogelijke behandelingsopties:

  1. Podotherapeutische zolen: De registerpodoloog kan podotherapeutische zolen ontwerpen en aanpassen die de voet ondersteunen en de stabiliteit verbeteren.
  2. Schoenadvies: De registerpodoloog kan aanbevelen om specifieke soorten schoenen te dragen die de voeten ondersteunen en beschermen tegen verdere schade.
  3. Tapen: Bij hypermobiliteit kunnen tapetechnieken worden gebruikt om de gewrichten in de voeten te ondersteunen en de pijn te verminderen. De registerpodoloog kan tapetechnieken aanleren om de zelfredzaamheid van mensen met hypermobiliteit te vergroten.
  4. Oefentherapie: De registerpodoloog kan oefeningen aanbevelen die gericht zijn op het versterken van de spieren en het verbeteren van de balans.
  5. Pijnmanagement: In sommige gevallen kan de registerpodoloog pijnmanagementtechnieken aanbevelen, zoals massage, ijs, of medicijnen.

Het is belangrijk om te weten dat elke patiënt uniek is en dat de behandelingsopties afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden en de ernst van de hypermobiliteit. Daarom is het belangrijk om een ​​registerpodoloog te raadplegen voor een grondige beoordeling en aangepaste behandelingsaanbevelingen.