Podologie

Wat is Podologie?

De podologie (letterlijk: “voetkunde”) is de wetenschap die zich richt op het voorkomen en behandelen van functiestoornissen van de voet, klachten van de voet en de problemen die hieruit kunnen ontstaan aan rest van het lichaam. De podologie richt zich op twee grote gebieden:

  1. De invloed van staan, lopen en bewegen op het lichaam, zowel in en om het huis als op het werk.
  2. De invloed van staan, lopen en bewegen op het lichaam tijdens het uitoefenen van sport.

De binnen de podologie gehanteerde therapie bestaat uit het aan de voet toepassen van corrigerende of beschermende technieken, zoals ortheses, schoen- en zoolcorrecties. Daarnaast bestaat de behandeling uit het adviseren van patiënten teneinde voet- en houdingsaandoeningen te voorkomen en bestrijden.
Podologische zolen worden vanwege hun ondersteunende of drukontlastende eigenschappen over het algemeen aangemeten bij patiënten met duidelijke voetklachten.

Wat de podologie inhoudt en wat een registerpodoloog doet wordt uitgelegd in de korte onderstaande video.

Methoden

Volgens welke methode werkt de podologie

Binnen de podologie wordt gebruik gemaakt van twee werkwijzen (methoden), namelijk de biomechanische en de neurologische methode.

Biomechanica

De biomechanica houdt zich bezig met het bestuderen van de puur mechanische werking van het menselijk skelet in samenspel met de spieren en pezen. Vanuit dit inzicht in de bewegingsmechanismen, kan door middel van sturingswiggen een standsverandering teweeggebracht worden. Deze standsveranderingen beïnvloeden door middel van de diverse hefboommechanismen en gewrichtsdraaipunten de stand van enkel, knie,heup en rug, en kunnen daar bestaande  overbelastingen opheffen. De biomechanische wetenschap is een werkwijze om de aanpassingen zodanig aan te brengen, dat exact de gewenste correctie optreedt. Correcties op deze basis zijn direct waarneembaar.

Neurologische methode

Bij deze methode wordt uitgegaan van de regulerende invloed van het zenuwstelsel op stand, houding en spierbelasting. Hierbij neemt het begrip spiertonus (spierspanning) een centrale plaats in. Deze spiertonus komt voor een belangrijk deel tot stand via spinale reflexen en wordt aangestuurd in de spieren (spierspoeltjes) en de pezen (golgi apparaatjes).

De spierspoeltjes doen dienst als lengtedetectoren, die reageren op druk en rek. Zij zijn o.a. van belang voor het in stand houden van de lichaamshouding en voor de bescherming van de spier bij overrekking. Wanneer de spier licht wordt aangedrukt of gerekt, zal dit via een reflex leiden tot een spanningsverhoging in de spier. Rek en druk op de pees leiden tot spanningsverlaging in de spier. Via verandering van de spiertonus kan dus invloed uitgeoefend worden op stand, lichaamshouding en spierbelasting.

Dit regulatiemechanisme van lichaamshouding en beweging noemt men propriocepsis.