Geschiedenis van de sportschoen
Het ontstaan van de moderne sportschoen laat zich het beste vertellen via de hardloopschoen.
De meeste innovaties komen uit dit segment. Verschillende kenmerken van hardloopschoenen zien we tegenwoordig ook in schoenen voor andere sporten terug.
De hardloopschoen is een relatief nieuwe ontwikkeling (net 200 jaar oud). Tijdens de opleving van het hardlopen in het Engeland van de 18e eeuw werd om een lichtgewicht schoen met veel grip gevraagd. Verschillende pogingen faalden, omdat het gebruikte leer oprekte als het nat werd. In 1832 kwam de eerste doorbraak toen Wait Webster een proces patenteerde waarbij rubber zolen konden worden bevestigd aan leren schoenen en laarzen. Hieruit kwamen de Plimsolls uit voort die veel door kinderen werden gedragen. Een andere Brit, (Joseph William Foster – De oprichter van Boulton, nu bekend als Reebok) kreeg in 1852 een ingeving en monteerde ijzeren punten onder de zolen van de plimsolls. Hierdoor ontstonden de schoenen die wij nu kennen als spikes.
De volgende belangrijke ontwikkeling was de uitvinding van het vulkanisatieproces. Hiermee kon voor het eerst op een eenvoudige wijze een zool gecreëerd worden met een specifiek loopvlak. Deze ontwerprevolutie maakte schoenen licht van gewicht, stil, en flexibel. Dit leidde in 1892 tot de Keds (canvas/rubberschoenen) door Goodyear. Het duurde tot 1917 voordat Goodyear de correlatie met sport zag en de Keds begon te promoten als sportschoen. Uiteindelijk werden deze schoenen bekend onder de naam Sneakers (sluipers) omdat je degenen die op deze schoenen liepen vrijwel niet hoorde lopen.
De vader van de moderne loopschoen was Adolf (Adi) Dassler die met het maken van schoenen begon in 1920. Hij ontwierp en maakte schoenen voor specifieke afstanden. Voor het eerst werd hiermee een verschil gezien tussen een sprinter en een lange afstandloper. In 1936 werden zijn schoenen internationaal gezien als de beste die verkrijgbaar waren. Atleten van het kaliber van Jesse Owens droegen deze schoenen. Na de magere oorlogsjaren ging hij door met het verbeteren en ontwikkelde de sportschoen gemaakt van overtollig tentencanvas en rubber van brandstoftanks. In 1948 richtte hij Addas op. Dit bedrijf werd al snel gesplitst in Addas (later werd dit Adidas) en Puma. Om de schoen extra zijwaartse stabiliteit te geven voegde hij drie repen (zadels) aan het ontwerp toe. In 1949 kwam deze schoen op de markt.
In 1962 werd door New Balance de eerste wetenschappelijk geteste schoen geïntroduceerd. Deze schoen woog 96 gram! Uit ontevredenheid met de op dat moment beschikbare loopschoenen besloten de atleet Phil Knight en zijn trainer Bill Bowerman een bedrijf op te richten. Dit bedrijf zette de door Bowerman ontworpen schoen (Tiger Shoes) op de markt. De schoen was licht van gewicht, had een schokopvangende hiel en liep zeer comfortabel. Het bedrijf startte als Blue Ribbon Sports, maar werd bekend als Nike. De vraag naar gespecialiseerde schoenen liet zien dat de markt rijp was voor verdere innovaties. De eerste grote innovatie voor Nike kwam in 1972 toen Bowerman in zijn keuken rubber in een wafelijzer goot. Dit was de geboorte van de wafelzool. In 1977 kwam Frank Rudy (een ingenieur van Nasa) met het idee om met lucht gevulde zakjes toe te passen. Het “air cushioning system” was geboren. Andere fabrikanten volgden met hun eigen systemen. Of nu schuim, silicone, grid, wave, lucht of gel wordt gebruikt, schokopvangende systemen zijn heden ten dage nog steeds de belangrijkste aspecten van de moderne loopschoen.
In dezelfde periode werd bij de ontwikkeling van de loopschoen ook de loopstijl van de loper meegenomen. Drie verschillende loopstijlen werden gedefinieerd: neutraal, onder- en overpronatie
De introductie van EVA (ethyleen vinyl acetaat) gaf de fabrikanten de mogelijkheid om de sportschoen in de tussenzool extra schokabsorptie mee te geven. Door het toepassen van verschillende hardheden op bepaalde plaatsen kan aan een schoen specifieke eigenschappen met betrekking tot een loopstijl worden gegeven.
Toen aerobics (Kenneth H. Cooper, publiceerde zijn bestseller, Aerobics, in 1968) populair werd zag Reebok het marktpotentieel. Zij begonnen sportschoenen uit zachtere materialen en (voor dames) aantrekkelijke kleuren te vervaardigen. Vanaf dat moment werd de sportschoen ook een modeartikel.
Nog steeds worden door diverse fabrikanten allerlei vernieuwende eigenschappen geclaimd. Materialen worden steeds duurzamer en lichter. Productiewijzen steeds geavanceerder. De basiseigenschappen zoals die in de vorige eeuw zijn ontwikkeld gelden echter nog voor vrijwel alle huidige sportschoenen.